Vrijdag 18 augustus

We zijn vroeg opgestaan in ons trendy hotel om in Tainan nog het Fort Zeelandia te kunnen bezichtigen. Een hele happening om met een qr code uit een Taiwanese parkeergarage te komen maar het lukte uiteraard. Tegen een uur of 9 was het al erg warm en we waren zo.n beetje de eersten die er binnen waren; niet druk gelukkig.

Prachtig om zo een deel van de geschiedenis van de VOC tijd te zien. Voor de Nederlanders is het rond 1630 een belangrijke plaats geweest in de handelsroute naar en van Zuid Oost Azië.  In 10 jaar tijd is er een enorm bouwwerk neergezet wat  naast het gouvernementshuis, een ziekenhuis, maar  ook een executieplaats had. Plaatsnamen die ook in Nederland te maken hadden met de scheepvaart als Vlissingen en onder andere  Middelburg  kwamen in het Fort terug.

Ook in dit gedeelte van de stad een groot aantal tempels. 

Opvallend is dat bijvoorbeeld een houtbewerker en een smid hun werkzaamheden aan de straat slechts beschut door een afdakje uitoefenen. Eigenlijk speelt  het hele leven zich af aan de straatkant.

Omdat we tijd over hadden zijn we op de bonnefooi richting de kust gegaan. We kwamen door  kleine gehuchten waar het stikte van de viskwekerijen. Het ziet er allemaal nogal primitief uit .Op scooters worden de producten dan weer naar de stad vervoerd  waar ze verwerkt worden. een uur of drie kwamen we in de hitte aan bij het klooster van Foguangshan waar we zullen overnachten. Een enorme Boeddha van 38 meter  torent uit boven het complex.De auto blijft op de parkeerplaats staan wat voor Reint erg lastig is omdat het nog al steil is. Maar ook dat is weer gelukt.

Het Boeddhistische centrum is gestoeld op een praktische wijze van het uitoefenen van de Boeddhistische principes. Het zogenaamde Humanistische Boeddhisme;het leven van alle dag combineren met vrijwilligers werk en goede doelen steunen. Het is een groot complex ; naast een universiteit  zijn er gastenverblijven .Er leven een honderdtal monniken en nonnen.  Tijdens het eten op vaste tijden ( van kwart voor 6 tot 7 uur) ontmoetten we een monnik uit oorspronkelijk Oostenrijk waarmee we een tijdlang spraken. Hij woont 15 jaar in dit klooster. In het  klooster komen de meeste mensen uit Taiwan maar ook uit Maleisië en Indonesië 

Hoe  kan Taiwan economisch zo hoog op de wereldranglijst staan terwijl benzine en alcohol bijvoorbeeld geen accijnzen op leveren; Iedereen  zijn spullen aan de straat verkoopt en er geen controle kan zijn omtrent te betalen  belasting enzovoort; het onderwijs gratis is en ook voor medische zorg weinig betaalt hoeft te  worden.  We bedenken dat de inkomsten misschien binnenkomen door de multinationals zoals Siemens die hier zaken doen.

De huidige regering zal werk maken van zonne energie en windenergie begrijpen we van hem.

En de grote vraag willen Taiwanezen wel dan niet Chinezen worden genoemd. Naar het schijnt nogal pragmatisch wordt daarmee omgegaan. Chinezen leveren veel geld op nu ze meer te besteden hebben dus is de Taiwanees ook Chinees. Of dit door alle Taiwanezen zo wordt ervaren is overigens maar de vraag.